De cover van het boek. Foto: Sander Grootendorst
De cover van het boek. Foto: Sander Grootendorst
audio

Sander Leest: Toen de walvissen kwamen

Cultuur

ACHTERHOEK - Phebe Rasch schreef en Margriet van der Berg illustreerde ‘Toen de walvissen kwamen’. “Ik keek naar de zee en wachtte op het licht van de vuurtoren.”

Op het Friese strand bij Harlingen is een walrus aangespoeld. Honderden mensen zijn het verwaalde schepsel wezen bezichtigen.

Ik las het eerst verkeerd, dacht dat er walvis stond. Die minstens zo sprookjesachtige onvoorstelbaar grote schepsels spoelden al vaker aan.

Een walrus kan zich aan wal best redden, al zal de eenzaamheid het Harlingse exemplaar parten spelen.

Maar een walvis hoort absoluut niet aan wal.

“Ik hoorde de mensen spreken: walvissen zijn te zwaar om zichzelf te dragen op het droge. Ze worden platgedrukt door hun eigen lichaam en kunnen zichzelf zo verwonden.”

Ook dáárdoor las ik het verkeerd. Op tafel lag al een tijdje Toen de walvissen kwamen, een lees- en kijkboek ‘voor kinderen en volwassenen’. Tekst: Phebe Rasch. Illustraties: Margriet van der Berg. De schrijfster werd in 1986 geboren in Zutphen. Haar vader is Arno Bohlmeijer, in deze rubriek kwam begin dit jaar zijn roman Protest langs, eveneens voor kinderen en volwassenen. Nou ja, iets oudere kinderen dan. Vanaf puberleeftijd. 

De naamloze hoofdpersoon in het boek van zijn dochter is een meisje dat nog op de basisschool zit. Haar papa speelt er een rol in, aan het begin en het eind, en onwillekeurig zie je dan Arno Bohlmeijer voor je. Dat heb je ervan als je dingen weet die je als lezer niet behoort te weten. 

Ik was een flink stuk ouder dan dit meisje toen mijn moeder doodging, maar de herinneringen aan die periode keerden via dit boek als vanzelf terug. 

Dat komt omdat Phebe Rasch basic en beeldend vertelt hoe het je vergaat als je hoort dat je moeder erg ziek is. Het meisje mag op het eiland bij haar opa logeren en beseft dat alles voortaan anders zal zijn. Als opa het strand op komt lopen om de verdrietigst denkbare boodschap te vertellen, voelt ze dat al aan voordat hij iets heeft gezegd. “Hij droeg me over het pad naar boven en bij elke stap die hij zette, begroef ik mijn gezicht dieper in zijn trui. Het was de zachtste trui die hij had, maar het hielp niet.” Zo beeldend dus. 

De kleurige illustraties van Margriet van der Berg (Grijpskerk, 1980) trekken samen op met de tekst. De weidsheid van eiland en zee komen er zachtmoedig in tot uitdrukking. De woorden geven de schilderijen een filosofische lading mee. 

Vier regels vormen de inleiding:

‘voor kinderen en volwassenen
een verhaal dat troost geeft
en moed om verder te gaan
na een klein of groot verlies’

En wat begunstigt troost en moed? Daar is ook een woord voor: vriendschap. Die wordt benoemd op de achterflap. De vriendschap tussen het meisje en Kai, de jongen die met haar samen een flessenpost naar haar moeder stuurt. “Hij kon overal aanspoelen, maar Kai zei dat de wind goed stond, richting mijn huis.” Vriendschap met dieren ook: van het kleinste konijn tot de grootste walvis en alle meeuwen daartussenin. Vrienden met wie je spannende avonturen kunt beleven, zoals het meisje in dit boek ervaart. 

Van vriendschap is het naar liefde niet ver meer. Zoals tussen vader en dochter.

“Die dag kwam mijn vader. Hij nam me in zijn armen en zei dat hij me niet meer losliet.” 

Ondertussen zijn mijn gedachten bij de van haar vrienden en familie afgesneden walrus. Ze is alweer vertrokken, meldt het journaal. Heeft zij enige troost gevonden in de belangstelling van de mensen op de dijk?

Sander Grootendorst
Tips: 
sandergrootendorstleest@gmail.com


Phebe Rasch en Margriet van der Berg: Toen de walvissen kwamen. Uitgeverij Clavis. €15,95

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant