Jos Bolder uit Braamt vertelde zijn verhaal tijdens de bijeenkomst over armoede. Foto: Karin van der Velden

Jos Bolder uit Braamt vertelde zijn verhaal tijdens de bijeenkomst over armoede. Foto: Karin van der Velden

Jos Bolder vertelt: ‘Ik ging van Volvo naar Voedselbank’

Maatschappij

ZEDDAM - Dat armoede iets is dat ons allemaal kan overkomen, vertelde Jos Bolder uit Braamt zaterdag bij een bijeenkomst van de gezamenlijke kerken in Montferland. De les die de aanwezigen leerden is dat het belangrijk is om altijd de mens te blijven zien

Door Karin van der Velden

Een ‘Bona-man’, zo noemt Henriëtte Nieuwenhuis, dominee van de Protestantse Gemeente ‘s-Heerenberg–Zeddam Jos Bolder. “Een man die alles heeft, zoals in de reclame uit de jaren zeventig. Een man met een Volvo, een vrouw en drie kinderen. Het perfecte gezinsleven.”
“Je vergeet, ik had ook nog een hond”, vult Jos aan. Zijn leven verliep aanvankelijk voorspoedig, al moest hij hard werken om zijn studie Bouwkunde aan de TU Delft te betalen. “Ik heb veel taxi gereden, daardoor kreeg ik veel mensenkennis. Die studententijd was ook wel mijn eerste aanraking met armoede.” Tijdens zijn studie leerde hij zijn vrouw kennen, na het afstuderen trouwden ze en kregen ze hun eerste zoon. Jos’ ouderlijk huis in Terborg werd gekozen als fijne plek om de kinderen op te voeden. Er werden nog twee dochters geboren.
“Ik had mijn eigen architectenbureau en deed veel docentschappen. Een boeiend leven met een ambitieuze vrouw, ook met een academische achtergrond. Het huishouden en de opvoeding deden we samen. Elk weekend waren we druk, we hadden ook heel veel sociale contacten. Het bleek te veel te zijn. Ik kwam bij de huisarts met huidproblemen. Die vertelde me dat dat een gevolg was van stress. Hij zei: Je hebt een burn-out, je moet stoppen met werk. Samen met een mevrouw van Maatschappelijk Werk is het me gelukt om de enorme berg in stukjes te hakken.”

Burn-out en scheiding
“Financieel was er aanvankelijk geen probleem. Ik had een arbeidsongeschiktheidsverzekering en we konden redelijk het leven blijven leiden dat we gewend waren. Helaas kon mijn vrouw het niet volhouden. De rechter wees de zorg van de kinderen aan mij toe. Drie puberkinderen, de jongste was 9. Het was moeilijk, maar niet onmogelijk. Helaas kwam er heel veel conflict over de financiële afwikkeling van de scheiding. Ik kreeg alimentatie toegewezen, maar dat moest ik op een gegeven moment terugbetalen. Dat was onverwacht, en bracht het wankele evenwicht tussen inkomsten en uitgaven in onbalans. Toen ik 60 werd, verviel ook nog eens de verzekering. Ik viel terug op een WHZ-uitkering. Daarna kreeg ik darmkanker en anderhalf jaar later ook nog lymfeklierkanker. Dat hielp niet om terug te komen in het arbeidsproces.”

De schulden stapelden zich op, waarschijnlijk is Jos pas in 2026 gesaneerd. “Ik ben door het ijs van de maatschappij gezakt. De maatschappij is gericht op arbeid en inkomen. Er zijn zoveel regels die ervoor zorgen dat iemand die geen inkomen heeft uit werk, niet meer meetelt. Net als slachtoffers van de toeslagenaffaire word je gemangeld in een systeem. Het UWV vond op een gegeven moment dat ik wel weer twintig uur aan het werk kon. Ik kon wel schoonmaakster in een hotel kon worden. De computer kon niet eens de mannelijke variant bedenken.”
Jos kreeg ook veel steun: “Van mijn kinderen, vrienden, de psychotherapeut, de voedselbank, en een sociaal raadsman. Maatschappelijk werk van de gemeente Montferland helpt me nog steeds. Wat ik zelf moest doen was mensen toelaten en hulp accepteren. Uiteindelijk moet je het zelf doen. Ik heb het gevoel dat ik altijd mens ben gebleven. Dat is ook de oproep aan mensen die zich bezighouden met armoede: Blijf altijd de mens zien. Ik ben niet het specifieke voorbeeld van mensen in armoede. Ik ben welbespraakt en dat helpt. Mijn advies aan mensen die iets dergelijks overkomt is dat ze open moeten zijn, zich niet inkapselen. Je moet de mensen die je willen helpen wel je verhaal vertellen.”

Sta op tegen Armoede!
Voordat Jos Bolder zijn verhaal vertelde, opende Harrie Leijten, voorzitter van de PCI H. Gabriël parochie, de bijeenkomst: “Wij willen in de komende jaren iedereen bij ‘Sta op tegen Armoede!’ betrekken. De dorpen en wijken, de verenigingen, het bedrijfsleven, de politiek, de scholen, om ook kinderen bewust te maken wat armoede is. Want het is een taak van ons allemaal. Armoede is geen schande. Armoede wordt pas een schande als de medemens er niets tegen doet.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant