Jos Palm. Foto: Tessa Posthuma De Boer
Jos Palm. Foto: Tessa Posthuma De Boer

‘Ik weet dat er geen hemel is, maar geloof zeker van wel’

Maatschappij

ACHTERHOEK - In Veur de Draod mogen we bij Bekende Achterhoekers in de ziel kijken. Vandaag werkt Radio 1-presentator en historicus Jos Palm mee. Hij groeide op in Zeddam.

Door André Valkeman

1) Mijn mentale bui is:
“Uitstekend. Ik loop op straat in Amsterdam, de zon schijnt. Ik ga items voorbereiden voor OVT, het Radio 1-programma dat ik presenteer. OVT is altijd op zondag... Dat blijft ambivalent, door mijn Rooms Liemerse jeugd. Spijbelen is een groot woord, maar de zondagsrust schenden blijft onkuis voelen.”

2) Ik lijk het meest op ‘mien va/mo’:
“Moeder. Verbaal begaafd, een antwoord klaar, twijfelachtig tegenover de kerk, een kritische blik. Het anders doen dan rest heb ik van vader. Hij was elektricien, met zijn eigen ritme. Een nachtwerker avant la lettre. Hij ging meestal pas om elf uur naar een klus, om tot laat te blijven. Had het dorp tussendoor een plechtigheid op z’n paasbest, dan kwam hij even in overall buurten. Palm? Een aparte, vond men. En mij vonden ze ook niet doorsnee.”

3) Mijn grootste angst:
“Zoals bij iedereen: doodgaan. Hoe dicht ik ooit bij de dood was? Ik was ooit hippie-achtig, als tiener. Je werd er een mijmeraar van. Ook fietsend. Dus ik stak, in gedachten verzonken, de weg tussen Beek en Zeddam over. En boem: een auto raakt mij.

Ik zag mijn zus, moeder, vader, hond… Alle dierbaren schoten in flitsen aan mij voorbij. Dit was het, dacht ik… Uiteindelijk kwam ik niet onder de auto, maar ertegenaan. Zo overleefde ik het ongeluk. Ik had enkel zware kneuzingen.’’

4) Na de dood is er:
“Ik weet zeker dat er geen hemel is, maar ik geloof van wel. Ik ben Rooms opgevoed. Toen mijn vader en moeder stierven, kreeg ik het bekende bidprentje. Het ging op een kastje en opeens begon ik weer te bidden. Dat doe ik nog steeds, terwijl ik niet geloof.

Zo zit het ook met de dood. Rationeel redeneer ik de hemel weg, gevoelsmatig gaat het anders. Ik veins oprecht dat de hemel bestaat, terwijl ik weet dat het onwaar is. Door het zo te doen, kom je makkelijker het leven door.’’

5) Ik kan buiten de Achterhoek wonen:
“Zeker, al meer dan dertig jaar woon ik in Amsterdam. Trouwens, ben ik wel een geboren Achterhoeker? Zeddam ligt immers over de Oude IJssel. Ouderen rekenen het niet bij de Achterhoek. Jongeren zijn rekkelijker geworden, zien Zeddam wél als Achterhoek. Ik ben pragmaticus. In Amsterdam ben ik inderdaad rekkelijk en is Zeddam Achterhoek, in het oosten word ik preciezer en blijft Zeddam streek Liemers voor mij.’’

6) Dit was mijn laatste vechtpartij:
“Tonnie en ik, klas zes. We spraken af, met alle klasgenoten erbij, dat we elkaar na de les aan de Kerkweg zouden opwachten. We zouden elkaar in gevecht beproeven. Dat werd een onschuldig knokpartijtje. Tonnie was een prima gozer, alleen was er even spanning tussen ons.

Tonnie had weleens de gewoonte iemand op te wachten in de gang en dan te zeggen: ‘Ie komt er niet langs’. Daar wilde ik korte metten mee maken. De wedstrijd bleef onbeslist, overigens.’’

7) Mensen met een accent zijn:
“Mensen met een accent. Punt. Ze zijn vaak heel aangenaam. Ik vind overigens het zuidelijke Achterhoeks mooier. De g is zachter, het is zangeriger. Amsterdammers denken daardoor dat ik uit Brabant kom.’’

8) De mens is monogaam:
“Seksueel niet, emotioneel wel. En het emotionele is veel sterker. Ik stond lang geleden bij een brievenbus, één brief voor de ene vriendin, één voor de ander. Of, een ander voorbeeld, een vriend vroeg: ‘zet ik je af bij je vriendin in Dieren of die in Doesburg’.

Toen merkte ik zelf dat een mens lastig niet monogaam kan zijn. Het schept onduidelijkheid. Dat gold ook voor mij. Na een paar liefdes denk je: hiermee moeten we stoppen. En het is simpel: je wordt sowieso monogaam als je kinderen krijgt. Tenminste, ik wel.’’

9) De Achterhoekse vlag mag niet groen zijn:
“Was daar ooit een polemiek over? Dat ging aan mij voorbij. Nu moet ik als historicus oordelen? Ooh, van vroeger uit waren blauw en wit de streekkleuren, vast vanwege wapens van hertogdommen. Maar van feodalisme moeten we af. De nieuwe Grolsch-groene vlag is wel bijna marketing en kapitalisme. Dat wil je allicht ook niet. Misschien weer een nieuwe vlag, terug naar de tekentafel?’’

10) Dit komt er op mijn grafsteen:
“Even denken… ‘Een gelukkig dorpstedeling is heengegaan’, zoiets. Dat is wat ik ben: een dorpsmens in de stad. Nog van iedere tram schrik ik, iedere dag opnieuw. De vezels van die dorpsjongen die ronddartelt in Amsterdam.’’

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant