Ineke Swanevelt in haar nieuwe appartement vlakbij Artis. Op de achtergrond de boekenkast die van Peter Müller (alias A.L. Snijders) was. Foto: Sander Grootendorst

Ineke Swanevelt in haar nieuwe appartement vlakbij Artis. Op de achtergrond de boekenkast die van Peter Müller (alias A.L. Snijders) was. Foto: Sander Grootendorst

Dagverslag van een intense, late liefde

Maatschappij

AMSTERDAM/ACHTERHOEK - Na het plotselinge overlijden van Peter Müller, alias A.L. Snijders, publiceerde zijn weduwe Ineke Swanevelt een verslag van hun laatste twee maanden. “Ook op latere leeftijd kun je nog ontzettend verliefd worden. En heel gelukkig.”

Door Sander Grootendorst

De balkondeur staat open, je hoort de tram, je hoort een luid vliegtuig. Dit is de Achterhoek niet, dit is Amsterdam, vlakbij Artis: de nieuwe woning, op vijf hoog, van Ineke Swanevelt (78), ze is pas verhuisd, er staan overal dozen. 

Ze reikt een boekje aan. “Had je het al gezien? Beeldschoon is het geworden”, zegt ze. Vorig jaar jaar heeft ze het geschreven, niet met de bedoeling het te publiceren, het was een ‘dagverslag’, zo noemt ze het. Alleen voor eigen gebruik. Het beschrijft wat de laatste twee maanden zouden blijken van de tijd die ze doorbracht in de Achterhoek, in Klein Dochteren, het buitengebied van Lochem. Samen met Peter Müller, alias A.L. Snijders, hij woonde daar al véél langer. Gedurende twee jaar waren Peter en Ineke onafscheidelijk geweest. “Je kunt het achteraf de onbedoelde boodschap van het verslag noemen”, zegt ze. “Dat liefde leeftijdloos is, dat je ook op latere leeftijd nog ontzettend verliefd kunt worden. En heel gelukkig.”

Toen ze op 4 april de eerste aantekening maakte, kon ze het nog niet weten: dat haar geliefde op 7 juni aan een hartstilstand zou overlijden. Hij was 83, maar nog krachtig van lijf en geest. “Aanvankelijk liep hij met een stok, die vergaten we steeds vaker en dat was geen probleem. De dokter had gezegd dat hij met minder pilletjes toe kon, z’n ogen waren pas getest en goed bevonden.” Zijn scherpe geest bleek uit de stukjes, zeer korte verhalen (zkv’s) die hij onder meer schreef voor deze krant.

Niemandslandgevoel
“We hielden in het achterhoofd rekening met het einde, het zou onrealistisch zijn om dat niet te doen. Maar we lieten het ons leven niet beheersen. We hadden een soort niemandslandgevoel. Elke dag was hetzelfde – we maakten tochtjes met de auto of gingen wandelen –, maar ook weer helemaal anders. Corona was voor ons een zegen, een legitieme reden om geen andere mensen te hoeven zien, alleen elkaar, dag en nacht.”
“Ik voelde de behoefte om op te schrijven hoe bijzonder het was wat wij deelden, wilde het plezier en geluk vasthouden. Het is tastbaarder als het zwart op wit staat.”

Müller kende de inhoud van het dagverslag, ze hadden voor elkaar geen geheimen. Alleen de laatste bladzij zou hij nooit onder ogen krijgen: de aantekening op de dag dat hij uit haar leven verdween.

“Na zijn dood heb ik het verslag een maand niet meer ingezien. Toen bedacht ik dat het misschien toch goed was om het te bewaren, dus ik typte het over als Word-bestand. Peter en ik hadden nog een afspraak staan met Paul Abels, z’n uitgever. Ben er alleen heengegaan. Het dagverslag kwam ter sprake, Paul vroeg of hij het mocht lezen. Het kwam als een verrassing voor mij dat hij het wilde publiceren.” Ze ging akkoord. “Peter zou hebben gezegd: Natuurlijk moet je dat doen, met geen enkele restrictie!”

Erotiek, het leven, de dood
Zelf hield de zkv-man ook een dagboek bij, meer in telegramstijl. Net zo open als zijn partner over alles: erotiek, het leven, de dood. Die openhartigheid was een van hun vele gemeenschappelijkheden. Net als de gedeelde liefde voor de omgeving. “Voor mij waren die landgoederen nieuw, de Velhorst, het Enzerinck, daardoor ging hij ook weer met andere ogen kijken. Ik bleef soms lang op één bepaalde plek om alles in me op te nemen. Dan zei hij: het lijkt of je voor een schilderij in het Rijksmuseum staat.” Les extrêmes se touchent. Maar als je oud bent wil je dat niet meer, je wilt alles met elkaar delen.” Het zou soft klinken, als het – zo blijkt uit het boekje – niet zo avontuurlijk was geweest. En zoveel diepgang had gehad: samen discussiëren over Nietzsche bijvoorbeeld.

Speelsigheid voert de boventoon. Twee mensen van rond de tachtig die zorgeloos als kinderen door de dagen dansen. “Je blijft altijd je eigen ik.” Swanevelt, zelf actrice en onder meer scenarioschrijfster, bedacht dat ze exact twee jaar na dato hun ontmoeting in Lochem zouden naspelen. “We reden naar het station, waar ik, op dezelfde tijd als toen, nadat de trein was gearriveerd, van het perron afstapte, hij zwaaide naar mij. Die eerste keer had hij gevraagd: ‘Hoe zie je deze dag vóór je?’ Wat ik geweldig vond: hij had een hele dag voor mij vrijgehouden… Maar nu zei hij: ‘Wil je de rest van je leven bij mij blijven?’ Ik zei: ‘Je loopt wel erg hard van stapel!’ Hij was uit zijn rol gevallen… En sprak: “Wat een goede actrice ben jij, en ik ben een waardeloze acteur.”

Voor wie Peter Müller/A.L. Snijders heeft gekend: Je hóórt het hem zeggen. Met het stemgeluid waar Ineke op viel toen hij op de radio een zkv voorlas. Hij meldde dat hij die dag zou optreden in theater de Roode Bioscoop in Amsterdam. “Daar zag ik hem voor het eerst. We hebben elkaar vijf minuten gesproken. Daarna twee maanden gemaild totdat ik vroeg of ik een kopje koffie mocht komen drinken: dat leidde tot die treinreis. Ik was na het overlijden van mijn man in 2016 totaal niet uit op een nieuwe verbintenis. Maar het overkwam me toch.”

Rivierenbuurt
Inmiddels heeft ze de Achterhoek weer achter zich gelaten. “Heb er een paar aardige mensen leren kennen, met hen houd ik zeker contact.” Haar huis in de Niersstraat, in dezelfde Rivierenbuurt waar Müller werd geboren, heeft ze ingeruild voor een gloednieuw appartement. Waar de boekenkast uit Klein Dochteren al een plek heeft gekregen. “Peter is altijd van de Rivierenbuurt blijven houden. Toen ik daar kort na zijn dood liep, kwam een volledig witte vogel naar mij toe fladderen. Die had ik nooit eerder gezien. Net of Peter een teken van vrede kwam geven. Wat hij en ik óók gemeen hadden, was ons atheïsme. Ruimte voor fantasie en sprookjes was er des te meer. Dus zo vatte ik dat op. Niet veel later zag ik op straat een omgekeerde speelkaart liggen, ik was nieuwsgierig en raapte hem op. Het was de harten-7. Op de zevende is Peter gestorven.”
En dan: “Ik heb een mooi majongspel, dat had ik goed verpakt, het zat in een verhuisdoos. Opeens zag ik iets op de grond liggen, één steentje van het spel. Ik pakte het op, het was de letter P. ”

Aardige signalen
“Peter en ik hielden daarvan, van dingen die boven de ratio uitgaan, je betreedt het land van de verbeelding.” Het zijn “aardige signalen”, ze verlichten het rouwproces niet, dat is “zwaar en diep”, zegt Ineke Swanevelt. Maar ze toveren toch even een glimlach op haar gezicht.


Ineke Swanevelt: Laatste lente. Uitgeverij AFdH.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant