De Kleintjeskamp-volkszanger uit Doetinchem. Foto: PR

De Kleintjeskamp-volkszanger uit Doetinchem. Foto: PR

‘Ik heb bij de sportschool-balie nog nooit extra levensjaren gekregen’

Maatschappij

ACHTERHOEK - In Veur de Draod beantwoorden Bekende Achterhoekers stellingen. Deze week Tinus Hoekstra met zijn bulderende romige lach, de Kleintjeskamp-volkszanger uit Doetinchem.

Door André Valkeman

1) Mijn mentale bui is:
“Goed… Ik ben mijn kleine bij mijn schoonouders aan het ophalen, die heeft er een nach-ie geslapen omdat ik gister moest zingen en een feestje had. Ik ga nog even naar de markt misschien. Kijken wat de vrouw wil, hè… Ik moet vanaf nu weer luisteren.

Ik heb geen last van een kater, want ik drink niet. Nee, gekheid, ik drink natuurlijk zeker wel, niet te weinig ook. Maar afkloppen: ik heb nooit last van katers.’’

2) Ik lijk het meest op ‘mien va/mo’:
“Mijn vader. Qua karakter. Er is alleen één verschil: bij hem is het glas eerder half leeg, waar het bij mij half vol is. Mijn vader is eerder chagrijnig. Ik ben iets vriendelijker, háhá. Wij staan verder hetzelfde in het leven. Goed zijn voor je gezin, hard werken en al de rest? Dat zien we dan wel.

In uiterlijk heb ik het gezicht van moeder. Vooral haar ogen.
Mijn ouders groeiden op in een woonwagen, van die wereld kreeg ik veel mee en ik voel mij daar ook een kind van. Je afkomst verloochen je niet. De gezelligheid, één zijn, jouw familie is mijn familie… Dat typeert onze achtergrond. Je kan overal aanschuiven, bij iedere barbecue. Op Kleintjeskamp heb niemand ook een deurbel. 

Mijn beste kameraad en buurjongen Alexander Büttner, daar zie je het ook aan. Een voetballer die heel de wereld zag maar hij liet een huis bouwen op ons kamp.’’

3) Dit is mijn grootste angst:
“Eén woord: vliegangst! Vrienden en familie willen altijd naar Spanje en dan moet Tinus mee. Laatst ging ik naar Mallorca. Bij een beetje turbulentie word ik gek, transpireer ik als een gek. Die angst werd groots na een terugvlucht van Ibiza. Alle vluchten werden eruit gegooid, maar onze maatschappij ging vliegen.

Heel de dag zweette ik. En ja, wij gingen als enige echt de lucht in. Aan het einde van de vlucht ging het op en neer. Dit was het dan, dacht ik…’’

4) Na de dood is er:
“Het eeuwige niets. Het wordt een heel diepe slaap en je wordt nooit meer wakker. Je geest is onderdeel van je lichaam, dat niet meer leeft, dus ook de geest zal stoppen. Alles is dan voorbij.’’

5) Ouder worden is:
“Kinderen krijgen, voor mij. Ik merk ouder worden pas als ik mijn oude favoriete horecatentjes induik. Dan zie ik tieners aan de bar en zelf ontdek je op het toilet een grijs haartje… Dat hoort erbij. Ik vecht er niet tegen. Je kan uren naar de sportschool gaan, aan gewichten trekken en rennen en hollen maar niemand geeft je daar aan de balie een paar levensjaren als beloning, hoor.

Trouwens, een vrouw heeft liever zes auto’s dan een sixpack, denk ik soms. Dus gebruik ik die tijd om hard te werken.’’

6) Ik kan buiten de Achterhoek wonen:
“Nee en nee. Ik ga hier nooit weg. Dat heeft met de familie maar ook de streek te maken. De ruimte en het groen. Een file is hier nog uitzondering.’’

7) De mens is monogaam:
“Ik weet niet hoe dit biologisch zit. Volgens mij zit het ’m in je instelling en ik houd het gewoon bij mijn eigen vrouw. Wat een ander doet moet-ie zelf weten. Maar wie vreemdgaat is niet gelukkig, denk ik. Het komt vroeg of laat toch vaak uit, trouwens.

Trap als je een ander wil dan eerst je huidige relatie de deur uit, want draai de rollen maar eens om… Dat jij beduveld wordt. Dan zak je door de grond. Ik ben zanger, dan zie je genoeg voor het podium staan, en bij ieder optreden zou je het bij wijze van spreken kunnen doen. Maar dat is totaal niet mijn ding.’’

8) Hierom huilde ik voor het laatst:
“Lang geleden. Ik kan best huilen hoor, bij een film als The Champ. Maar ik heb het moment niet paraat.’’

9) Mensen met een accent zijn:
“Overtuigd zichzelf. Ik heb een accent: een mix van plat en Bargoens, dat werd vroeger gesproken door groepen reizende woonwagenbewoners. Bij ‘kijk daar eens’ zeggen wij bijvoorbeeld ‘span daar eens’ en bij lopen zeggen wij: ‘ik ga tippelen’.’’

10) Dit komt op mijn grafsteen:
“Ik sta nog midden in het leven, dus daarom voorlopig deze: ‘Wat kijk je verdrietig, ik had ook liever met een blik bier in de zon gezeten’.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant