Sam en Bennie in de kas van de Voedseltuin in Didam. Met veel plezier doen ze hier vrijwilligerswerk. Foto: PR

Sam en Bennie in de kas van de Voedseltuin in Didam. Met veel plezier doen ze hier vrijwilligerswerk. Foto: PR

‘De basis is respect voor elkaar’

Maatschappij

DIDAM - Sam Hicklin en Bennie te Pas doen vrijwilligerswerk bij de Groentetuin Voedselbank in Didam. Bennie werkt er nu drie jaar en Sam kwam twee jaar geleden. Voor beiden is betaald werk op dit moment geen optie. Ze hebben allebei wat extra begeleiding nodig. 

Door Karin van der Velden

Bennies vrouw zag de vacature bij de Groentetuin Voedselbank. Hij is een tuinliefhebber en dacht dat het werk in de tuin Bennie wel zou passen. Twee weken later kwam ook Hedwig mee. Bennie: “Het werk hier is leuk, omdat het niet moet. In het verleden is er wel eens misbruik van mij gemaakt. Geld interesseert me niet zo, ik ga voor de mens. Maar ik laat me niet als minderwaardig wegzetten en dat doen ze hier ook niet.”

De 18-jarige Sam volgde een arbeidsgerichte training om te kijken wat hij op de arbeidsmarkt zou willen. Hij doet het vrijwilligerswerk om ervaring op te doen. “Ik doe iets voor het dorp, voor mensen die het nodig hebben. Met Welcom heb ik besproken dat buiten werken en met de handig bezig zijn echt iets voor mij zou zijn. Na een paar maanden ben ik hier terechtgekomen. Het vrijwilligerswerk heeft me enorm geholpen. Ik volg nu een opleiding groene ruimte en plantenteelt en loop stage bij een boomkwekerij en hoveniersbedrijf. De Groentetuin Voedselbank is ook groene ruimte en dat past wel bij mij. Je krijgt er wel schik in als je goede groenten verbouwt voor mensen die dat niet zelf kunnen betalen. Het is triest dat sommige gezinnen moeten kiezen of ze de kinderen brood naar school meegeven of ‘s avonds warm eten.”

Begeleiding
Op de locatie waar Bennie eerder werkte, miste hij begeleiding en structuur: “Hier is saamhorigheid bij het samenwerken, we gaan op een nette manier met elkaar om. Nancy vertelt mij hoe het werkt, maar ik vertel anderen ook hoe het moet. Het voelt goed om hier te werken. Ik ben de Bennie die ik ben. En dat is goed.”

Sam vertelt dat hij begeleid wordt door andere vrijwilligers waarmee hij samenwerkt: “Zij geven uitleg hoe je moet planten en oogsten. Nu ik hier twee jaar zit, weet ik ook wel hoe het moet en word ik daar zelfstandig in. De mensen hier hebben flink wat ervaring. We zijn actief bezig in een gezellige sfeer. Ik hou ervan dat er op een intelligente manier met me gesproken wordt.”

Bennie en Hedwig hebben een volkstuin en ook daar helpt Sam af en toe: “Eigenlijk was het een verwaarloosd stuk grond. Het was te zwaar geworden voor Bennie en zijn vrouw, daarom heb ik vorig jaar elke zaterdag geholpen. Toen stond het vol met graspollen, nu is het prachtige volkstuin en help ik alleen nog als er veel werk is. Het is mooi om het resultaat te zien van je harde werk. Bennie vindt nog weleens dat hij het zware werk van me moet overnemen, maar dan zeg ik: laat mij het maar doen, mijn rug is nog gezond.” Bennie: “De basis is het respect dat we voor elkaar hebben.” Sam: “Ze nodigen me altijd uit voor de lunch. Het is fijn dat je zo gewaardeerd wordt.”

Extra uitleg
Nancy van Wessel werd bij de Groentetuin Voedselbank betrokken om de organisatie op poten te zetten, om mensen te krijgen: “Toen wilde ik ook meewerken, dan kun je het werk ook beter uitleggen. Tot die tijd had ik absoluut geen verstand van groenten verbouwen. In het begin was het moeilijk om mensen te vinden die wilden helpen. Ik ben weleens achter iemand aangereden die met een hark op de fiets zat. Of ik sprak bij de supermarkt mensen aan. Ik heb ook een keer meegelopen met een modeshow, om maar publiciteit te krijgen. Maar als het eenmaal gezellig is, spreekt zich dat rond, dus via via kwamen er ook veel mensen.”

En toen kwam Welcom met de vraag of de Groentetuin Voedselbank nog vrijwilligers kon gebruiken. Mensen met afstand tot arbeidsmarkt, omdat ze een beperking hebben of een taalachterstand. Nancy vertelt: “We hebben afgesproken dat we het zouden proberen. De vaste groep mensen moet zich er prettig bij voelen. Vier weken, dan moeten we kunnen stoppen. Maar eigenlijk geldt dat voor iedereen die hier nieuw komt. Het moet wel passen. Het maakt niet uit om wie het dan gaat. Ook vrijwilligers moeten zich vrij voelen. 

“Iedereen in de groep weet dat Bennie en Sam soms wat extra uitleg nodig hebben. Zij nemen dingen die een ander vertelt ook aan. Soms realiseer ik me dat ik het verkeerd heb uitgelegd, dus zelf leer je er ook van. Wij weten aanvankelijk niet waarom iemand een afstand tot de arbeidsmarkt heeft. Terwijl het wel goed is om er open en eerlijk over te zijn. Dan weet je ook waarom iemand wel of niet iets kan. Als iemand niet kan bukken, dan hou je daar ook rekening mee.” 

Iets doen voor anderen?
Lijkt het je ook leuk om je zo nu en dan op deze manier in te zetten voor iemand die jouw hulp goed kan gebruiken? En wil je in deze leuke vrijwilligerspool? Neem dan contact op met de Welzijnslijn van Welcom: 0316-292828 (09.00-12.00) of met Welcom: 0316-223520 en vraag naar Simone Veenhuis: s.veenhuis@welcommail.nl. Je kunt, als je wilt, meteen al aan de slag in ’s-Heerenberg en Didam.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant