Foto van het rampgebied in Hatay, waar geliefden van Aktaran stierven. Beelden: eigen foto's Sevin Aktaran

Foto van het rampgebied in Hatay, waar geliefden van Aktaran stierven. Beelden: eigen foto's Sevin Aktaran

‘Ik denk vaak aan teruggaan naar de Achterhoek’

Maatschappij

DOETINCHEM/HATAY - Sevim Aktaran groeide op in Doetinchem, ze woont nu met haar Turkse man in Turkije. Aktaran verloor vijftig mensen aan familie en schoonfamilie door de aardbeving. “Sommige mensen die stierven moet je nu zoeken in een massabegraafplaats.”

Door André Valkeman

Sevim Aktaran haar ogen staan wijd open, ze heeft haar handen voor haar mond en kijkt naar het plafond. Het is het eerste beeld dat de videoverbinding, tussen de Achterhoek en de Turkse badplaats Mersin, ons deze zaterdag 25 februari geeft. “Ik ben nog in shock. Er was hier dus gewoon net, een paar minuten geleden, opnieuw een beving.’’ 5.2 op de schaal van Richter, zal later blijken.

“Er blijven naschokken komen. Wij wonen in een flat, achttien hoog. We vertrouwden de sterkte van ons wooncomplex, maar dat is veranderd sinds de beving, waarmee al die flats die goed gebouwd zouden zijn zomaar instortten.’’

Ze is onderdeel van de jonge generatie Turken, schetst ze, die de dodelijke aardbevingen van eind jaren negentig in Turkije niet bewust meemaakte. “Dat maakte ons wat onwetend. Nu weten we beter, helaas. Wij, mijn man en ik, voelden trillingen en bevingen bij de eerste en grootste beving op 6 februari. We konden het niet thuisbrengen, toen we wakker werden van trillingen.’’

Journaals brachten er in het holst van de nacht ook niets over. “Via telefoontjes met familie hoorden we van een aardbeving en dat het epicentrum ervan boven onze plaats Mersin lag. Hatay, drie uur rijden waarvan ik leef, is de plaats waar mijn familie woont. Het stortte compleet in.”

Telefoonlijnen lagen na de beving snel ‘plat’. “Eén van de laatste telefoontjes met Hatay die slaagden, was met mijn schoonmoeder die in gevaar was. Zij woonde op de derde verdieping, die was op de eerste verdieping gestort. Mijn man, haar zoon dus, reed direct naar de stad. Ze kon onder het puin vandaan komen. Krankzinnig veel geluk. Veel buren van haar stierven.’’

Geur van de dood
De ramp werd ook talloze neven, nichten, ooms en tantes aan familie en schoonfamilie van Aktaran fataal. “Ik heb een grote familie en ben bijna vijftig familieleden kwijtgeraakt.’’

Haar man bleef de dagen na de ramp meehelpen met het bevrijden van slachtoffers. “Hij heeft heel veel stemmen onder het puin gehoord.’’ Een kakofonie van hulpkreten. “Dat vergeet-ie nooit meer. De hulpvraag was te groot, je kon niet iedereen helpen. Dan ging-ie terug naar die ene plek waar ook iemand gilde en dan was het gestopt. Dan wist-ie, wist je… Het is over. Hij haalde ook dode, compleet witte, mensen onder het puin vandaan.’’

Tegen de derde dag aan, kwam eindelijk de overheidshulp aan brandweer- en ambulance-personeel. “Toen was het roepen al verstild, die eerste uren zijn cruciaal geweest om mensen te kunnen redden. Juist op dat moment stonden burgers in Hatay er alleen voor.’’
Veel dode lichamen kwamen in massagraven terecht. “Wie iemand wil begraven, moet als nabestaande bij het lichaam blijven. Anders werd er dna afgenomen en werd iemand in een massagraf bijgezet. Door dat dna hopen ze later wel aan zoekende nabestaanden te kunnen vertellen waar iemand ligt.’’ Macaber, vindt Aktaran, maar ergens ook begrijpbaar. “Het heeft met de zeer intense lijkengeur te maken, die je ook niet wil en die blijft hangen als lichamen blijven liggen.’’

De regering en bouwfirma’s worden nu meer en meer als schuldigen van de rampschade aangewezen, vertelt Aktaran. “Hatay ligt op een breuklijn, dus is daarmee kwetsbaar bij bevingen. Toch, ik denk ook erg dat er veel meer mensen gered hadden kunnen worden als er meer hulp op tijd ter plekke was geweest. Burgers moesten veelal andere burgers redden, zoals mijn man deed. Dat gaat niet zonder gereedschap, zonder expertise.”

Woede en boosheid
Hatay ligt nog relatief ver van het epicentrum af. “Dat de ramp er zo groot was komt door de grote hoeveelheid van snelbouw daar. Het is een feit dat er veel corruptie is geweest met het bouwen van die gebouwen. Aannemers die niet bevoegd waren hebben er zo mogen bouwen. Gebouwen werden in constructies en sterktes goedgekeurd door functionarissen, terwijl dat niet had gemogen.’’

Het symbool van die fatale woningbouw werden de Renaissance-flats in Antakya. “Een enorm groot gebouw met circa 250 appartementen. De huizen werden in reclames letterlijk een stukje paradijs genoemd dat tegen aardbevingen kon, die huizen zouden dan niet instorten. Nou, het viel voorover en ontzettend veel flatinwoners stierven er juist. Van een paradijs werd het een hel.’’

Als de bouwtechnieken waren gebruikt die bijvoorbeeld in Japan gebruikt zijn, waren er minder doden gevallen, denkt Aktaran. “Een dergelijke ramp heeft daar veel minder schade. Ik woon achttien hoog en denk nu: hoe veilig ben ik hier nog, bij volgende aardbevingen..? Ik denk serieus aan teruggaan naar Doetinchem, een serieuze optie in mijn hoofd, vooral voor mijn kinderen. Je bent een stukje vertrouwen kwijt, bij trillingen denk ik ineens: straks storten we naar beneden.’’


Sevin Aktaran. 

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant