Gerda helpt Tesfalem elke week met zijn taalvraag: "Hoe vraag ik in de supermarkt waar iets ligt?" Foto: Karin van der Velden

Gerda helpt Tesfalem elke week met zijn taalvraag: "Hoe vraag ik in de supermarkt waar iets ligt?" Foto: Karin van der Velden

Meer zelfvertrouwen door taalkennis

Onderwijs

DIDAM - Als je de taal niet goed beheerst, zorgt dat voor onzekerheid. Je mist namelijk heel veel informatie. Stel je eens voor hoe het is als onderweg de bewegwijzering niet kunt lezen. Of in de supermarkt niet weet wat op de verpakking staat.

Door Karin van der Velden

Bij de bibliotheek in Didam helpen taalcoaches allochtone en autochtone mensen die moeite hebben met de Nederlandse taal. Ze helpen taalvragers met spreken, lezen en schrijven. Het gaat daarbij niet om Nederlandse les, maar om hulp bij een concrete hulpvraag.
Gerda Tiemissen is zo’n taalcoach. Ze werkte in de thuiszorg, dus had helemaal geen ervaring met lesgeven en ze is ook geen Neerlandicus. “Aanvankelijk vroeg ik me af of ik dit wel zou kunnen. Ik wilde wel graag iets voor anderen doen, net als in mijn werk iemands leven een beetje fijner maken. In de 22 jaar dat ik bij Sensire in de wijkzorg werkte, heb ik heel veel verschillende mensen leren kennen. Dat is echt een toevoeging in mijn leven.”
“Van geboorte ben ik een Didamse, maar door mijn huwelijk heb ik altijd in Hengelo gewoond. Mijn man is drie jaar geleden na een lang ziekbed overleden. Ik wilde daarna heel graag weer terug naar Didam. Het is een wonder dat ik een leuke man leerde kennen en dat die man ook nog in Didam woont. Vorig jaar 14 maart ben ik bij hem gaan wonen. Dat was het weekend dat Nederland op slot ging door corona. Ik had nog niet eens kennis kunnen maken met de buren. Alles was nieuw voor me. Als ik in de supermarkt kwam, moest ik mijn weg zoeken. Vragen waar ik bepaalde producten kon vinden. Maar ja, corona.. ik had echt het gevoel dat mensen af en toe boos naar me keken. Ik kende niet veel mensen in Didam, het was 45 jaar geleden dat ik hier woonde, en bedacht dat ik met vrijwilligerswerk wel een nieuw netwerk kon opbouwen.”
Toen de bibliotheek na de lockdown weer open ging, moest Gerda ook daar de mensen vragen waar ze wat kon vinden. “Ik raakte in gesprek met Petra Klop, de manager van Bibliotheek Montferland. Zij hoorde dat ik een nieuwe inwoner in Didam was en vroeg of ik misschien op zoek was naar vrijwilligerswerk. Het was alsof ze het op mijn voorhoofd kon lezen!”

Begeleiding

Petra vertelde Gerda over het Taalhuis. Gerda wist niet eens dat dat bestond: “Ik dacht eerst: dat kan ik helemaal niet, daar heb ik niet voor geleerd. Maar wij zijn geen juf. We zijn coach. We geven taalhulp aan een taalvrager. En je wordt niet maar zo in het diepe gegooid, voor je begint krijg je een training van vier dagdelen.”
In het DigiTaalhuis Montferland werkt de bibliotheek samen met de gemeente, Welcom en het Graafschap College. Docent Ellen de Boer ondersteunt de taalcoaches en doet intakegesprekken met taalvragers. “Ellen zoekt een match tussen taalvrager en taalcoach.”

Tesfalem

De taalvragen zijn heel specifiek. Zo heeft Gerda met een 23-jarige zwangere vrouw uit Afghanistan folders van de verloskundige doorgenomen. De laatste tijd begeleidt Gerda Tesfalem. Hij komt uit Eritrea en woont met zijn vrouw en zes kinderen sinds oktober 2018 in Didam. De oudste is 12 en op 18 januari is een meisje geboren. Zij kreeg de naam Snit (wat je uitspreekt als Sinit) en dat betekent vrede. Tesfalem spreekt daarmee de hoop uit dat zijn kinderen in vrede opgroeien, maar ook dat er vrede komt voor de hele wereld.
Tesfalem wilde leren hoe hij in een winkel mensen kan vragen waar iets ligt: “Mag ik u iets vragen? Ik kan de melk niet vinden. Ik moest lang zoeken, maar ik kon ook niet lezen wat in een verpakking zit. Dan kwam ik thuis en zeiden de kinderen: ‘Papa, hier zit varken in.’ Soms stuurde ik de kinderen, zij spreken beter Nederlands dan ik. Ik merkte dat mensen niet de tijd en het geduld hadden om het mij uit te leggen, omdat communiceren met mij moeilijk was. Dat begrijp ik ook wel. Ik versta nu gelukkig ook beter wat mensen antwoorden.” Gerda begreep zijn probleem heel goed: “Als ik het in de supermarkt al lastig vond, hoe moet dat dan voor iemand zijn die bijna geen Nederlands spreekt?”
Mensen komen vrijwillig naar het taalhuis, het is geen onderdeel van de inburgering: “Met Gerda praten, nieuwe woorden zoeken en opschrijven, dat werkt voor mij beter dan naar school gaan. Ik ging drie keer per week en zat daar met tien mensen. Eén op één werkt voor mij beter. Ik leer meer in twee uurtjes per week, met alle aandacht van Gerda voor mij.”

Dat taalkennis vertrouwen geeft, geldt ook voor mensen voor wie Nederlands de moedertaal is. Het is voor hen nog moeilijker om ervoor uit te komen dat ze moeite hebben met lezen en schrijven. Toch zijn er ongeveer een miljoen autochtone Nederlanders die analfabeet of laaggeletterd zijn. Een taalvraag voor hen kan zijn dat ze hulp willen met de theorie voor het rijexamen of met het invullen van formulieren.
Het Taalhuis zoekt vrijwilligers die een paar uurtjes in de week mensen willen coachen. Petra Frölich geeft graag meer informatie via 0316-221184 of petrafrolich@bibliotheekmontferland.nl.
“Kennis van de taal helpt om zelfvertrouwen te krijgen. Dat is eigenlijk het belangrijkste en ik ben blij dat ik daar een klein radertje in kan zijn.”
Als Gerda tegen Tesfalem zegt dat ze blij is dat ze hem wat kan leren, begint hij te stralen: “Het is heel bijzonder dat jij dit doet vanuit je hart.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant