Henk Waninge

Henk Waninge

PR

Column Grenzeloos: Dauwbrommen

Opinie

Mijn dorp Beek staat Hemelvaartsdag in het teken van Geglij in de Wei, een waterspektakel geïnspireerd op het TROS programma Ter Land, Ter Zee en In de Lucht.
In mijn jeugd was van glijen in de wei geen sprake, nee, de dag dat Jezus is ‘opgevaren ten hemel’ stond in het teken van de fiets. Je deed mee aan wat sommigen een monstertocht noemden. Daarbij was vroeg vertrekken, het liefst voordat de haan drie keer gekraaid had, een must want we hebben het hier wel over dauwtrappen.
Dauwtrappen is een oud gebruik. Mensen staan bij het krieken van de dag op om in de natuur blootsvoets de dauw van het gras te trappen. Onze Saksische voorouders eerden op deze manier de heropleving van de natuur. In de 19e eeuw dacht men dat van de dauw een zuiverende werking uit ging.
Fris en gezond voelt het wel als je in alle vroegte door de velden en bossen rijdt. In ons geval was dat de Veluwe, die we, met als vertrekpunt Apeldoorn, van oost naar west doortrokken. De dieren moeten zich rot geschrokken zijn van de groepen – we waren niet de enige - opgeschoten jongeren die de ochtendstilte verstoorden. Af en toe zagen we een hert wegspringen (wolven waren er nog niet, dat had de tocht beslist een extra dimensie gegeven)..
In christelijke dorpen als Elspeet en Uddel hadden ze absoluut geen boodschap aan dauwtrappers. De kerkgangers, mannen in het zwart, vrouwen in het donkerblauw met bijpassend hoedje, liepen breeduit over de weg en weigerden aan de kant te gaan voor zo’n lawaaiige troep heidenen. Tot een confrontatie is het nooit gekomen maar de sfeer was om te snijden.
Op de terugweg hadden we minder praatjes. De klassieker Apeldoorn–Harderwijk-Apeldoorn, zo’n 80 kilometer lang, ging in de benen zitten. Doodop bereikten we de eindbestemming, alles deed zeer, maar we hadden het weer gehaald.
Zo ging het jaren door. Totdat de brommer zijn intrede deed. Ineens waren we liever lui dan moe. Stapten op Hemelvaartsdag met een man of tien op de Puch en Tomos. Lekker stoer, met een hoog stuur, het lange haar in de wind, rijden om het hardst en plat door de bocht. Toch was ‘dauwbrommen’ geen succes. Het gezonde gevoel was weg, je was niet meer in beweging, het lawaai was oorverdovend en je zat met je snufferd in de uitlaatgassen van je voorganger. De geur van de frisse ochtenddauw was in rook opgegaan.
Dat was toen. Nu fiets ik geen grote afstanden meer. Als ik wel eens een eindje rijdt valt het me altijd op hoe veel elektrische fietsen er zijn. Laatst, op weg naar Hummelo, vloog de een na de ander me voorbij. Voelde me, zwoegend op mijn oude trapfiets, als een soort laatste der Mohikanen.
Dus op Hemelvaartsdag geen monstertochten meer. Ga nu kijken naar enthousiastelingen, die in een zelfgebouwd karretje van een vijf meter hoge schans naar beneden roetsjen en met een klap in een waterbassin belanden. Spektakel gegarandeerd.

(tekst: Henk Waninge)

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant