Henk Waninge

Henk Waninge

PR

Column Grenzeloos: Zwembad

Opinie

Ben aan het graven in de tuin om een deel hiervan waterpas te maken. Heb al een aardig stuk omgeploegd maar zal nog flink aan de bak moeten om de gewenste diepte en oppervlakte – tien bij vier meter – te realiseren.
Op bedoelde locatie moet een zwembad komen. Nee, geen echt zwembad, daar hebben we het geld niet voor, maar zo’n opzetzwembad van dik plastic en een buizenframe, Je kunt er geen meter in zwemmen maar het zorgt wel voor een welkome afkoeling op tropische dagen, waarvan we er steeds meer gaan krijgen.
Al gravend gaan mijn gedachten terug naar de tijd dat ik bijna dagelijks in zo’n groot openluchtbad was. De combinatie waterpret, zonnebaden, hangen en sjansen was (en is) een aantrekkelijke. Als verre echo’s van het verleden hoor ik soms nog het opgewonden gegil en gejoel voorbijkomen.
Het zwembad was ooit mijn favoriete hangplek. Zwemmen deden we weinig, zwikken en pokeren des te meer. Onder een tafeltennisbatje verborgen we de pot want om geld spelen was verboden. Met rode oortjes kaartten we de hele middag en soms ging het zakgeld van een hele week er doorheen: 7,50 harde guldens.
Als het ons te heet onder de voeten werd, renden we naar het bad, deden een dodenduik van de hoge of maakten een salto mortale van de lage want als je 16 bent, ben je heel erg stoer. En ook erg onzeker, want mooie, langharige meisjes in bikini’s dorsten we niet rechtstreeks aan te spreken, dus trakteerden we ze op een bommetje. Ook een manier van contact maken, maar veel succes hadden we daar niet mee. Gek hè?

Nee, puisterige pestkoppen, dat waren we.

Openluchtzwembaden in deze regio zijn er niet zo gek veel. Zo uit de losse pols tel ik er drie; in Wehl, Doetinchem en Emmerich.

Veel water- en zonliefhebbers gaan naar recreatieplas Stroombroek ofwel het Braamtse Gat, dat gezien vanuit het noorden en gelegen aan de voet van de Montferlandse heuvels een haast on-Nederlandse aanblik biedt.

Een openbaar zwembad is van alle tijden en zal altijd blijven bestaan, zei ooit een collega tegen me. Ik heb zo mijn twijfels. Als ik door villawijken rij, zie ik steeds meer bassins in tuinen verschijnen. Ewout, Roderik, Chantal en Marie-Louise hoeven niet meer 5 kilometer door weer en wind te fietsen maar kunnen zo vanuit de serre en openslaande tuindeuren het water in glijden. Over een x-aantal jaren kennen deze kinderen een gemeentelijk zwembad alleen nog uit verhalen van hun ouders die opgroeiden met de prangende vragen als: ‘Badmeester... ben ik al bruin?’

Of ze in die kleine badjes nu echt leren zwemmen is de vraag. Dus blijft zo’n ouderwetse voorziening, of het nu een binnen- of een buitenbad is, een absolute noodzaak en is het halen van het zwemdiploma A geen overbodige luxe. Want laten we wel wezen; als de dijken eenmaal doorbreken in dit polderland, red je het niet met alleen een beetje watertrappelen.

(tekst: Henk Waninge)

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant