Afbeelding

Tuig van de richel

Opinie

Tuig van de richel

Nog een paar dagen en dan is het april, de grasmaand. En inderdaad, het gras spuit de grond uit. Een frisse, groene laag bedekt akkers, velden, tuinen, weilanden, struiken en bomen. Groen geeft rust en verlaagt stress. Dat hebben diverse onderzoeken uitgewezen. Onze paarden doen zich te goed aan de jonge sprieten. Ze zijn niet uit de wei te krijgen en halen hun neus op voor het hooi waar ze het in de winter mee moesten doen.
Neveneffect van al dat ontluikende groen: ook het onkruid tiert welig, vooral tussen stoeptegels en langs richeltjes. ‘Spreek liever van niet-gewenst kruid’, zei een vriend eens, die docent is bij de agrarische hogeschool Larenstein in Velp. Onkruid is een subjectieve term voor lokaal ongewenste planten. Mooi omschreven maar dat wil er bij mij niet in. Onkruid is onkruid. Het is tuig van de richel, waarmee ik een jaarlijks terugkerend gevecht lever.
Vroeger ging ik dat te lijf met glyfosaat ofwel Roundup maar daar ben ik vanaf gestapt. Het spul is niet bepaald milieuvriendelijk, wat heet, het is giftig, doodt alles in de bodem en het zou bovendien kankerverwekkend zijn. Dus ben ik maar weer overgestapt op de ouderwetse schoffel en krabber. Ach, zo erg is het niet, je bent buiten bezig, bovendien in beweging en ziet onmiddellijk resultaat.
April is natuurlijk ook een ideale maand om in de tuin te werken. Uit een voorjaarsbijlage begrijp ik dat half Nederland momenteel in een tuincentrum loopt rond te banjeren. Onder de krantenkop ‘Stressloos door het tuincentrum’ worden diverse tips gegeven, waar je op moet letten als je je karretje vol laadt, welke keuzes je moet maken tijdens het shoppen, etcetera.
Mijn doopnaam mag dan Hendrik zijn, een echte Hendrik-Jan de Tuinman - het typetje dat vroeger in Ster-spotjes opdook - ben ik niet. Ik pleeg het nodige onderhoud, maai het gazon regelmatig maar in Intratuin, om maar eens een dwarsstraat te noemen, zult u mij niet vinden.
Maar helemaal onverschillig laat me de tuin ook weer niet. Zo heeft mijn echtgenote een kleine moestuin aangelegd. Gewoon voor de aardigheid. En ik moet zeggen, het zaaien, groeiproces en oogsten van komkommers, courgettes, tomaten en sla, geeft veel voldoening. Het heeft wel wat als je ’s avonds groenten uit de eigen tuin op je bord vindt. Bovendien smaakt het lekkerder dan wat er doorgaans in de schappen van de supermarkt ligt. Je proeft het verschil.
Bij onderwerpen als tuin en onkruid moet ik vaak denken aan een ontmoeting met de Achterhoekse tuin- en landschapsontwerper Nico Wissing uit Megchelen. Hij zei onder meer dat het best wat losser en wilder mag in de tuin (‘We moeten af van dat netheidscomplex, van die aangeharkte tuinen’). Zijn advies: minder vaak maaien, laat het mos zitten, laat de mol leven, strooi wat bloemzaad tussen de voegen en kies voor bloemen en planten waar vlinders en bijen dol op zijn. Biodiversiteit zorgt voor leven.

En zo is het maar net.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant