Afbeelding

Herdenken

Opinie

Herdenken

Eind april, begin mei, een periode van contrasten. Enerzijds een feestelijke stemming vanwege Koningsdag en Bevrijdingsdag, anderzijds ernst en reflectie op 4 mei. ‘We leven al 70 jaar in vrede in Europa en dat is een groot goed’, schreef ik ooit in een column over Dodenherdenking. Die zin is achterhaald door de actualiteit, de oorlog in de Oekraine heeft dat vredige wereldbeeld volledig onderuit gehaald.
Die ‘oude oorlog’, WO2 dus, vormde een wezenlijk onderdeel van mijn jeugd. Hij zat aan tafel (‘Eet je bord leeg, in de Hongerwinter zouden ze daar een moord voor doen’), stond in de boekenkast in de vorm van lijvige naslagwerken, kwam regelmatig op tv (De Bezetting) en was het favoriete gespreksonderwerp op verjaardagen. Het ene verhaal maakte het andere los en die werden, naarmate de jaren vorderden, steeds smeuïger. Soms leek het alsof mijn halve familie in het verzet had gezeten. Als we op zondagmiddag een tochtje met de auto maakten, gingen we vaak langs plaatsen die iets met de oorlog te maken hadden (“Daar woonde een NSB-boer, maar die was nog niet zo slecht’). Mijn vader reed regelmatig langs de ‘onderduikboerderij’ in Harfsen, waar in oktober ’44 na verraad boer Gerrit Slagman samen met een groot aantal onderduikers werd gearresteerd en afgevoerd.
Zo had elk dorp zijn drama. De bewoonster van de boerderij, waar ik nu woon, werd in de nadagen van de oorlog, toen ze met de fiets onderweg was van Hengelo naar Beek, neergeschoten door een piloot van een Engels jachtvliegtuig, die vermoedelijk dacht dat hij boven Duitsland vloog. De fascinatie van mijn vader voor de Tweede Wereldoorlog heeft hij op mij overgebracht. Ook ik zat urenlang te lezen in vuistdikke pillen en keek naar documentaires op de Duitse tv-zenders, waarin openhartig het inktzwarte verleden werd belicht.
Vaak heb ik mezelf de vraag gesteld: welke kant zou jij in de oorlog hebben gekozen? Was jij een verzetsstrijder geweest, een NSB-er, of nog erger, een SS’er? Vermoedelijk geen van allen. De overgrote meerderheid van de natie maakte geen keuze, probeerde na de inval van de Duitsers de draad van het gewone leven weer op te pakken. Maar naarmate de oorlog vorderde, pleegden steeds meer mensen passief verzet. Zoals zo mooi gepersifleerd door Van Kooten en De Bie met hun typetjes Arie en Gé Temmes, die met ‘Wo ist der Bahnhof? Do is der Bahnhof ‘ de Duitsers de verkeerde kant op stuurden.
Nu mijn ouders niet meer leven maar ook door de tand des tijds begint de oorlog langzaam weg te zakken in het collectieve geheugen. Logisch. Voor de huidige generatie is die helemaal ver weg. Toch mag die nooit een voetnoot in de geschiedenis worden.
Daarom is het belangrijk dat op 4 mei de klokken luiden op de Waalsdorpervlakte, kransen worden opgehangen op de Dam en overal in het land herdenkingen plaats vinden om de mannen en vrouwen te herdenken die gevallen zijn voor onze vrijheid. Opdat we niet vergeten.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant