
Kermis
OpinieEen bonte verzameling attracties en kramen is in het dorp neergestreken. Het is weer kermis.
Het is lang geleden dat ik op de kermis ben geweest, kan me niet heugen wanneer of waar dat was. Er was een tijd dat ik er regelmatig kwam, vooral in mijn jeugd.
De koorts werd aangewakkerd door mijn vader. Die woonde op de Brink in Deventer waar jaarlijks in juni een grote kermis plaats vindt. Met pretlichtjes in zijn ogen verhaalde hij over zijn belevenissen in de jaren dertig, waarbij vooral het opbouwen van de attracties, waar soms een hele week overheen ging, voor hem de mooiste tijd was.
Dus toen ik drie turven hoog was moest ik mee naar Deventer. Hij nam me mee in de zweefmolen, de Rups, de Swing Mill, het spookhuis en de achtbaan. Dat laatste zal ik nooit vergeten. Krakend en piepend bracht het wagentje ons naar boven, hoger en hoger ging het, the sky was the limit, de IJssel en wijde ommelanden lagen aan onze voeten, en net op het moment dat we te pletter zouden vallen sloeg het wagentje scherp rechtsaf. Mijn vader kraaide van plezier, ikzelf was misselijk van angst. Lijkbleek kwam ik eruit, met achtbanen is het daarna nooit meer goed gekomen.
Nee, liever zat ik in botsauto’s, vertoonde mijn kunsten in de schiet- en ballentent of vergooide mijn zakgeld (met af en toe een lullig prijsje) in de vele goktenten. Mooie attracties in die tijd waren de Steile Wand (Wall of Death), waarbij motoren horizontaal in een soort grote kom rondrijden en een vechttent waarin boksers, judoka’s en karatespecialisten elkaar en vrijwilligers uit het publiek te lijf gingen.
Nog leuker dan de strijd in de arena was het stukje theater dat vooraf werd opgevoerd om het publiek naar binnen te lokken. Een spreekstalmeester stelde in ronkende taal de deelnemers voor (‘Dit is zwarte Jimmy uit donker Afrika, welke stoere vent durft het op te nemen tegen deze bruut?’). Steevast brak er tumult uit onder het publiek. In de meeste gevallen probeerde een vrouw haar man ervan te weerhouden om in de arena te stappen. Vaak bleken de opstootjes in scène gezet te zijn door medewerkers van de kermisattractie maar dat maakte het spektakel er niet minder om.
Dat was toen, nieuwe generaties hebben het stokje overgenomen en beleven plezier in attracties als Octopus en Breakdance. Die zullen vast opwindend zijn maar zelf zal ik daar niet meer in gaan, voor alles is een tijd. De laatste keren dat ik een kermis bezocht was ik gauw weer weg want de teringherrie (door sommigen muziek genoemd), die je bijna bij elke tent over je heen krijgt, vergalde mijn plezier danig.
Met weemoed denk ik terug aan een kleine kermis in Gerardmer (Elzas) waarbij zo’n mooie, ouderwetse draaimolen in de rondte draaide. Zachte, Franse accordeonmuziek en vrolijke kindergeluiden riepen de sfeer van vroeger op. Pure nostalgie.