Twee jaar geleden, ik was toen 80, kreeg ik de diagnose vasculaire dementie. Foto: PR

Twee jaar geleden, ik was toen 80, kreeg ik de diagnose vasculaire dementie. Foto: PR

‘Ik denk wel na over toekomst, maar ik ben niet paniekerig’

Zorg

Montferland - Twee jaar geleden kreeg de heer Frans Hermans te horen dat hij vasculaire dementie heeft. Een ingrijpende ziekte. Voor hemzelf en voor zijn omgeving. In een zesdelige serie laten we betrokkenen aan het woord. In deel 1 vertelt de heer Hermans zelf over de diagnose, de beperkingen en mogelijkheden en de toekomst.

Door Karin van der Velden

“Het begon eigenlijk met lichamelijke klachten. Ik was gauw moe en merkte dat het lopen wat moeilijker ging. Ik ben ook een keer gevallen. Door de klachten die ik had, dachten we aan Parkinson. De huisarts verwees me naar een neuroloog. Er zijn scans gemaakt, daar kwam geen Parkinson uit. Ik weet nog dat ik blij was met de uitslag. Toch wist ik zelf wel dat er meer aan de hand was. We wilden dat er verder gezocht zou worden en toen kwam ik bij een geriater terecht. Daar werd heel uitgebreid onderzoek gedaan. Ik moest testjes doen en we hadden veel gesprekken. Dat vond ik leuk. Het was ontspannen en er was echt aandacht voor mij. Uit de testjes bleek dat ik wat geheugenverlies had. Het was moeilijk voor mij om raadseltjes op te lossen.”

De diagnose

“Twee jaar geleden, ik was toen 80, kreeg ik de diagnose vasculaire dementie. Daar schrok ik wel even van. Omdat ik zelf heb gewerkt met ouderen, herkende ik de symptomen wel. Het niet op een woord komen, moeite hebben met recente herinneringen. Bij vasculaire dementie werkt de bloeddoorstroming naar de hersenen niet goed meer. Ik heb medicijnen gekregen en daarna ging het beter. Ik kreeg weer meer kracht, voelde me niet meer zo moe. Het gaf me weer moed, dat kwam ook door de manier waarop met me werd omgegaan.”
“Er kwam een moment waarop werd gezegd dat ik niet meer mocht fietsen. Ik was een gevaar op de weg, zei mijn vrouw. Dat realiseer je jezelf niet. Ik fietste ontzettend graag, maakte graag een rondje door het dorp, maar ging ook op de fiets naar Arnhem, Zevenaar of Doetinchem. We hebben altijd veel gefietst, ook met z’n tweeën. Met autorijden was ik al eerder gestopt, op de snelwegen voelde ik me niet meer zo veilig. En dat terwijl ik de eerste in het gezin was met een rijbewijs. Lange afstanden loop ik nu met een rollator, maar in het dorp lukt het nog wel zonder, als ik tenminste niet te moe ben. Als ik bekenden zie, zeg ik goedendag. Soms weet ik de naam even niet, maar de gezichten vergeet ik niet.”

‘De wereld weet nog niet dat ik vasculaire dementie heb’

“Natuurlijk denk ik wel na over de toekomst, maar ik ben niet paniekerig of bang. Ik zit niet te tobben. Als het komt, dan komt het. Intussen doe ik mijn best om ervoor te zorgen dat het zo lang mogelijk wegblijft. Veel naar buiten, wandelen, meedoen aan gesprekken, gezond eten en drinken. Daar zorgt mijn vrouw voor. Ik drink alleen ‘s avonds gezellig een glaasje wijn.”
“Het omgaan met onverwachte situaties vind ik nu moeilijker. Dat heeft ook met drukte te maken en dat bepaalde dingen tegelijk gebeuren. Drukte vermijd ik zoveel mogelijk. Als er van alles door elkaar loopt, wordt het voor mij lastig. Als de televisie aanstaat bijvoorbeeld en er harde muziek klinkt. Terwijl ik wel van muziek houd, van kinds af aan heb ik in koren gezongen. Daar denk ik nog weleens aan terug. Voor corona zong ik nog wel, met bejaarden.”

Scherp

“Koken staat niet bovenaan mijn lijstje, dat heb ik vroeger wel gedaan, eenvoudige gerechten. Daar heb ik nu moeite mee. Eerst dit en dat toevoegen en dan zoveel minuten. Het scherp staan ten opzichte van bepaalde handelingen, dat is lastig. En de telefoon.. opnemen gaat goed, maar een boodschap overbrengen is soms lastig. Dan geef ik het gesprek aan mijn vrouw over. Dat is het laatste jaar veranderd. Ik bel zelf wel, bijvoorbeeld met mijn zoon of mijn broer.”
“De wereld weet nog niet dat ik vasculaire dementie heb. De kinderen weten het natuurlijk wel en de naaste buren ook. Soms vragen mensen weleens, fiets je niet meer? Wat heb je dan? Dan vertel ik wel dat ik niet meer zo scherp ben.”

Meedoen in gesprekken

Ik kan nog heel goed meedoen in gesprekken. Met mijn kinderen en met de buren bijvoorbeeld. Contact maken met mensen, gaat me makkelijk af. De gesprekken met mijn vrouw zijn intenser geworden, dat komt ook door corona. Je bent nu dag en nacht samen. Mijn vrouw corrigeert, ehh, helpt mij. Daar heb ik heel veel steun aan. Ze is trouwens altijd al een grote steun voor mij geweest. Een sterke, lieve en zorgzame vrouw, maar ze is ook heel duidelijk.”

‘Omgaan met onverwachte situaties vind ik nu moeilijker


“Afstand houden in coronatijd, dat vergat ik vaak. Ik vond dat voor mezelf vervelend, maar ook voor anderen. Het duurde bij mij een tijdje voordat ik het doorhad. Ik vond het eigenlijk wel fijn om weinig mensen te zien. Ik wilde wel graag naar buiten, maar het contact met andere mensen miste ik niet. Een paar dagen op vakantie. Dat heb ik wel gemist.”

Om de privacy van betrokkenen te beschermen, zijn sommige gegevens aangepast.

www.ketendementiedeliemers.nl

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant