Meiboom

De maand mei komt er aan dus is het wel eens aardig de meiboom onder de loep te nemen. Het planten hiervan is een oud gebruik, dat nog altijd voorkomt in grote delen van Europa. Het is een vruchtbaarheidsrite, bedoeld om bij het begin van de zomer de natuur te huldigen. Men gelooft dat het planten van de boom tot vruchtbaarheid van vee, akkers en mensen leidt.
Via een illustratie in een boek op school kwam ik er voor het eerst mee in aanraking. Dansen rond de meiboom, luidde het onderschrift bij een prent, waarop mensen in 1795 rond een vrijheidsboom dansten omdat ze blij waren dat de Fransen het land waren binnengetrokken en de Bataafse Republiek was opgericht. Die blijheid verdween overigens snel. De Fransen, die weliswaar vrijheid, gelijkheid en broederschap predikten, bleken niet zulke aardige jongens te zijn en probeerden daar waar ze konden ons financieel een poot uit te draaien.
De tweede keer was op Schiermonnikoog. Volgens een eeuwenoude traditie wordt op zaterdag voor pinksterzondag een 18 meter hoge meiboom (Kallemooimast) door enkele sterke mannen met hoge hoeden (Kallemooicommissie) omhoog gehesen met in de top een grote mand met daarin een 'gestolen' haan uit het dorp. Menigmaal ben ik getuige geweest van deze handeling Samen met andere vakantiegangers zongen we dan eindeloos 'De Kallemooicommissie gaat nooit verloren, falderalderiere, falderarerare', waarna de schorre kelen werden gesmeerd met schelvispekel, berenburg en/of Jägermeister. Na drie dagen – er is voldoende water en voedsel voor de haan - gaat de mast naar beneden en wordt de haan in een optocht terug gebracht naar de eigenaar. De dierenbescherming vindt dit gebruik overigens niet diervriendelijk.
De meiboom raakte hierna snel op de achtergrond want in de steden, waar ik woonde, zag ik ze niet. Totdat ik in Beek belandde. Hier op het platteland is het nog een springlevend ritueel. Dat hoef ik echte Achterhoekers niet uit te leggen, maar er zijn altijd nieuwkomers (import), die niet bekend zijn met het verschijnsel, vandaar dit stukje proza.
Het is de gewoonte wanneer een nieuw huis het hoogste punt van de bouw bereikt een meiboom tegen die punt aan te zetten. De meiboom staat ook in dit geval symbool voor vruchtbaarheid en voorspoed. De boom werd vroeger door buurtbewoners uit een naburig bos gehaald. De strenge reformatie was er tegen, het zal wel te frivool en te heidens zijn geweest, waardoor de meiboom in veel gebieden is verdwenen. Maar in deze regio heeft het calvinisme geen wortel geschoten en dus staat die nog fier overeind.
Mooi dat dit soort gebruiken nog bestaat. Laatst was ik op een groot feest getuige van vendelzwaaien door een paar tieners. Ook zo'n activiteit, die je niet in de stad maar wel op het platteland aantreft. Net als het naoberschap, paasvuren en buurtmaken. Zo lang jongeren het stokje overnemen van de ouderen blijven deze oude tradities bestaan.