Karin van der Velden.

Karin van der Velden.

Column Karin van der Velden: A’j plat könt praoten, mö’j ‘t neet laot’n

Opinie

Jammer genoeg kan ik niet plat praten. Mijn vader en moeder spraken vroeger algemeen beschaafd Nederlands met mij en mijn zus, hoewel ze zelf opgegroeid zijn met dialect. Ze dachten dat wij het op school wel zouden leren, maar vanaf mijn generatie werd op school niet meer plat gepraat. Ook niet door mijn klasgenoten. Het was de tijd dat er veel import kwam wonen in Zevenaar, waar ik opgroeide. Mijn vader komt uit Groessen (van de Aol ofwel de Aa). Mijn moeder is een echte Zevenaarse. Oudere mensen, zelfs uit Didam, kennen de ‘rooien van Aans (Arends) soms wel. Mijn oom was een goede voetballer (oh, die).

Mijn moeder schreef zelfs mee aan een boek over het Zevenaarse dialect. Met haar buurjongetje van toen, ze woonden naast elkaar aan de Arnhemseweg, had ze weleens discussie hoe een bepaald woord moest worden uitgesproken. Dialect leeft dus, en de tongval verschilt. Zelfs als je vlakbij elkaar woont.

Ook mijn man spreekt dialect, hoewel dat thuis zeker niet gesproken werd. Karel is een paar jaar ouder dan ik en dat maakte dus het verschil tussen wel en niet plat praten op school. Samen praten we meestal Nederlands. Af en toe probeer ik weleens plat te praten, Karel zal me niet uitlachen als ik iets verkeerd zeg. Maar in gezelschap waag ik me er niet aan. Mijn moeder zei een keer: “Doe maar niet, als jij plat praat, is het net of je het belachelijk maakt.” Dankjewel mama ;-).

Er was een hele periode dat je als dom werd betitelt wanneer je dialect sprak. Ik bewonder de Limburgers en Friezen erom dat ze zich daar niets van aantrokken. Was er niet een meisje uit Ulft dat geen stewardess mocht worden omdat ze zo’n accent had? In het westen van het land werd dan misschien geen dialect gesproken, maar aan het accent kun je goed horen waar iemand vandaan komt. Bij mij kun je soms nog horen dat ik in Arnhem ben geboren, al heb ik er maar vijf jaar gewoond. Op de lagere school was er een Rotterdamse juf die daar altijd kritiek op had en weleens honend zei: “Jij kunt niet eens normaal zes zeggen, jij zegt zas, zas, zas. Zeg eens zes dan?” In mijn herinnering heb ik gezegd dat ze zelf ook niet zo normaal praatte, maar misschien heb ik dat alleen gedacht en niet echt durven zeggen.

Tegen de echte Diemse minse zou ik willen zeggen: Spreek je moerstaal en wees daar trots op!