Zomerse steekincidenten

Meestal ben ik heel blij met mijn man. Hij is gezellig, lief en zorgzaam, heeft humor en je kunt er een goed gesprek mee voeren. Maar heel af en toe kan ik zijn bloed wel drinken. Dat is vooral op de momenten dat muggen zich te goed doen aan mijn bloed. Ze ruiken me van kilometers afstand. Ik kan me volsmeren met het beste antimuggenmiddel, mezelf van sok tot top bedekken, het maakt niet uit. Terwijl ik stink als een otter, steken de muggen nog steeds dwars door mijn kleding heen. En terwijl ik zit te zweten in lange broek, sokken en een blouse met lange mouwen, zegt mijn man, die lekker in hemd en korte broek zit: "Er zijn hier helemaal geen muggen." Tja, zelfs als ze er niet zijn, word ik nog gestoken. Karel niet. Nooit. Hij heeft geen flauw idee wat een muggenbult is.

Als ik eenmaal gestoken ben, probeer ik natuurlijk om van die jeukende bulten af te blijven. Moeilijk, want ze groeien bij mij ook nog eens uit tot abnormale afmetingen. Ze zijn dus niet te missen. En dan zegt mijn man: "Je moet er niet aan krabben." Lief bedoeld natuurlijk, maar als je niet weet wat een muggenbult is, weet je ook niet hoe gek je kunt worden van de jeuk. Soms voegt hij eraan toe: "Als het jeukt geneest het." Nee schat, zo werkt het niet met muggenbulten.

Hij heeft geen flauw idee wat
een muggenbult is

Een andere zomerse plaag zijn wespen. Hoewel ik pas twee keer door een wesp gestoken ben, horen ook zij niet tot mijn lievelingsdieren. Terwijl ik wel weet dat ze erg nuttig zijn omdat ze muggen eten. Heel nuttig en heel fijn. Maar ik wil liever niet dat ze bij mij in de buurt vliegen. Mijn man zegt op zo'n moment: "Als je stil blijft zitten, doen ze niets." Toch loop ik liever even rustig weg voor ik in blinde paniek alles aan de grond loop.

's Nachts heb ik bijna nooit last van muggen, we slapen onder een klamboe. Vertrouwen in horren heb ik namelijk niet zo, die rotmuggen vinden altijd wel een plek om binnen te komen. We stellen het ophangen van de klamboe zo lang mogelijk uit. Maar als de eerste mug aan het begin van de zomer 's nachts om mijn hoofd zoemt, ook al is het midden in de nacht, dan wordt de klamboe opgehangen. Ook niet ideaal trouwens. Heel af en toe vindt een mug toch de weg. De temperatuur onder de klamboe is altijd iets hoger, dat is tijdens warme nachten wel een nadeel. En als we in bed televisie kijken, belemmert het dunne linnen toch het zicht. Karel accepteert het. Hij moet wel, want het alternatief is dat ik de halve nacht met het licht aan op muggen jaag.