Afbeelding

Er moeten nog heel wat excuses worden gemaakt

Opinie

Er moeten nog heel wat excuses worden gemaakt

Het kabinet gaat excuses aanbieden aan de nazaten van tot slaaf gemaakten. Als mens bezit zijn van een ander mens. Dat een ander voor jou bepaalt wat je wel en wat je niet mag doen. In deze tijd kunnen de meesten van ons zich daarvan gelukkig geen voorstelling maken. Onze vrijheid is bijna onbeperkt. We mogen zeggen wat we willen en we mogen denken wat we willen. Daarvoor moeten we vooral dankbaar zijn. Want vrijheid is helaas nog steeds niet vanzelfsprekend. Ook nu komt er in ons mooie land helaas nog steeds slavernij en mensenhandel voor. Gedwongen prostitutie, arbeidsuitbuiting. Regelmatig verschijnen daarover berichten in de media. Meisjes die slachtoffer worden van loverboys. Mensen die hun paspoort moeten inleveren, hier gedwongen werken en soms met drie mensen één bed delen. Als de een opstaat, kan de volgende er slapen. Zelfs in Montferland is dat gebeurd.

Nederland kende lang het systeem van horigen, lijfeigenen. Tussen 1794 en 1798 werd dit systeem afgeschaft. Leenheren bepaalden zelfs met wie een pachter ging trouwen. Maar hoe vrij waren arme mensen vroeger? Mijn oma overleed in 1945 samen met het zoontje dat ze baarde. Opa bleef achter met zeven kinderen. Een half jaar later kwam de pastoor, hij had een nieuwe vrouw voor mijn opa gevonden en als hij daarmee niet zou trouwen, zouden zijn kinderen uit huis gehaald worden. Opa hertrouwde en er kwamen nog acht kinderen. De pastoor was duidelijk, waar er veertien eten, kan ook een vijftiende mond gevoed worden. De pastoor en notabelen in een dorp bepaalden nog heel lang hoe mensen moesten leven. 

En hoe vrij waren turfstekers en mijnwerkers? Van generatie op generatie maakten jongens en mannen van hele gezinnen lange dagen, in hele slechte omstandigheden om slechts een schamele maaltijd op tafel te krijgen. Vrije tijd was er nauwelijks. Na het werk eten en dan was het tijd om naar bed te gaan. Hadden zij keus? Konden zij elders een beter leven opbouwen?

Mijn vader moest al jong helpen op de boerderij. Na de mulo moest hij gaan werken. Geld om door te leren was er niet. Die kans pakte hij later alsnog. Werken en daarnaast leren. Mijn zus en ik kregen daardoor alle kansen. 

Het is geen wedstrijdje wie het het slechtst had vroeger. En ik hoop dat iedereen die niet in een kansrijk gezin wordt geboren, zich kan ontwikkelen zoals hij of zij wil. Maar ik wil wel graag even terugdenken aan de generaties voor ons die misschien ook wel excuses verdienen voor het harde leven dat zij hebben geleden.