Afbeelding

Sinterklaas

Opinie

Sinterklaas

Doen we nog aan Sinterklaas? Het is een jaarlijks terugkerende vraag ten huize Waninge die, na enig aarzelen, altijd met ja wordt beantwoord. En steevast volgt daar achteraan: ”Niet te duur hè, 25 euro max per persoon.” En ook steevast wordt de hand gelicht met deze ongeschreven regel want voor zo’n bedrag koop je niet veel.
Die mooie Sinterklaastraditie staat onder druk. In de eerste plaats door alle heibel rond de zwarte pieten-discussie. Actiegroep Kick Out Zwarte Piet trekt hierbij aan het langste eind, want langzaam verdwijnt zwarte piet uit beeld. Triest dat het kinderfeest zo’n zware lading heeft gekregen. Nooit, noch als kind, noch als volwassene, is bij mij de gedachte opgekomen dat dit iets met racisme of ons koloniale verleden te maken heeft.
In het verlengde daarvan worden teksten van bekende liedjes aangepast aan recente veranderingen in onze maatschappij. In een nieuw Sinterklaas liedjesboek komen woordjes als ‘zwart’,‘knecht’,‘roe’ en ‘stout’ niet meer voor. Dus in plaats van ’Zijn knecht staat te lachen en roept ons reeds toe/ Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe’ worden we geacht te zingen ‘Kijk Piet staat te lachen en roept naar de kant/ Ik heb genoeg lekkers voor heel Nederland’.
De veters springen spontaan uit mijn schoenen, wat een treurigheid. Niet alleen van binnen ook van buiten dreigt gevaar voor Sinterklaas. Dat komt uit het land van Donald Trump. Denk aan het steeds populairder wordende Halloween en aan die opgeblazen Hollywood-kerstman met z’n vreselijke ho, ho, ho. Hoe het ook zij, zo’n mooi kinderfeest mag niet verdwijnen. Het aardige is dat je als volwassene er ook plezier aan kan beleven. Met het maken van surprises en gedichten beland je even in een andere wereld.
Dat soort bezigheden prikkelt de fantasie en creativiteit. Je moet even in de huid van een ander kruipen. In gedichten kun je op mild-spottende wijze iemand op de hak nemen. Even dat zeggen wat je het afgelopen jaar van de persoon in kwestie is opgevallen(tegengevallen). Een beetje jennen.
Voorpret verzekerd. Soms is die lol groter dan op pakjesavond als blijkt dat het gedicht niet wordt begrepen, slecht wordt voorgelezen of niet in goede aarde valt. Maar meestal oogst de ‘dichter’ of surprisemaker waardering. Dankjewel Sinterklaas.
In tegenstelling tot mijn echtgenote schud ik de dichtregels niet uit mijn mouw. Ik moet er echt voor gaan zitten, vele avonden lang. Met een vel papier en een pen, krassen in het klad. En dát in een computertijdperk. Als ik er echt niet uitkom kijk ik wel eens op Google. Tik ‘Sinterklaasgedichten van vier regels’ in en je krijgt er zo een tiental op een presenteerblaadje. Zoals: Vandaag komen Sint en Piet naar jou toe/ Wat zal het worden? Een pakje of de roe?/ Nou, je zit helemaal goed dit jaar/Hier is je cadeautje, open het maar.
Iets in mij verzet zich tegen het overnemen van die rijmpjes. Het is te makkelijk. Ik moet zweten, peinzen, zelf iets verzinnen, moeite doen. Het zal wel iets met Calvijn te maken hebben.