Dick Kemper. Foto: PR

Dick Kemper. Foto: PR

‘Zelfs tijdens toeren met Ozzy Osbourne kende ik geen angst!’

Muziek

ACHTERHOEK - In Veur de Draod beantwoorden Bekende Achterhoekers helse stellingen. Wie antwoordt legt zijn ziel bloot. In aflevering 6 Vandenberg-bassist en hitproducer: Doetinchemmer Dick Kemper.

Door André Valkeman

1) Mijn mentale bui is:
“Lekker. Ik ben wel iemand die altijd positief blijft. Sorry, mijn karakter. Zolang ik maar muziek kan blijven maken. Ik zit met De Heinoos in studio. We maken een nieuw album.’’

2) Ik lijk het meest op ‘mien va/mo’:
“Qua uiterlijk moeder, denk ik. Ik zeg denk ik omdat ik put uit vervlogen tijd. Zij overleed lang geleden. Ik was 24 en op Vandenberg-tour in Engeland, jaren tachtig. ‘Je moeder is dood’, zeiden roadmanagers ineens. Halsoverkop ging ik terug voor de begrafenis. Dat was keihard.

Zij gaf mij muzikale begeisterung. Mijn broer Paul (Boh Foi Toch, red.) ging gitaarspelen. Toen zei zij: ‘Dan ga jij bassen, maken jullie samen deuntjes.’ Ze gaf mij een basgitaar.

Qua levensopvatting ben ik mijn vader. Een Bourgondiër, zocht de grens van het genieten op maar ging er nooit overheen. Ik houd best van een drankje, maar als ik bijvoorbeeld in de studio zit drink ik niet. Genot én beheersing. Dat is de kunst.”

3) Mijn grootste angst:
“Als ik iets vrees denk ik: gebeurt het, dan gebeurt het. Angsten ken ik daarom niet. Ik heb in de gevaarlijke drank- en drugshoeken van de rock-’n-roll gezeten en zelfs toen kende ik – ondanks dat ik levensgenieter ben – geen angst ten onder te gaan, zoals muzikanten om je heen. Zelf snoof ik ooit, nam een XTC-pil. Daar vond ik gelukkig niets aan.

Ik toerde met Vandenberg samen met Ozzy Osbourne en Kiss, daar zat het wel anders. Ozzy was geweldig aardig en normaal, tot hij ging drinken en gebruiken. We gingen stappen die tour. Iedereen op tijd naar huis, Ozzy niet. De volgende dag had hij een kater, zo’n stevige, dat heb ik daarna nooit meer gezien. Hij stapte toch het podium op, viel om bij het tweede nummer, voor twintigduizend man. Einde optreden, iedereen kreeg zijn geld terug. De volgende dag? Wat denk je? Hetzelfde verhaal. Die katertjes hebben wat gekost.”

4) Na de dood is er:
“Je geest zweeft ergens naartoe. Ik weet niet waarnaartoe. Dat is mooi want dat houdt de spanning erin.’’

5) Ik kan buiten de Achterhoek wonen:
“Nee. Ik woon fantastisch. Ik ken ook zoveel andere Achterhoekers. Ook werktechnisch is dit mijn wereld. Ik nam met Normaal, Jovink en Mooi Wark op. Ook daarin zit de streek verankerd.’’

6) De mens is monogaam:
“Ik ben twee jaar getrouwd en heb totaal geen behoefte om vreemd te gaan. Voor de mensheid in het algemeen: monogaam is een containerbegrip, daarom gaat het vaak mis in relaties. Wat voor de één vreemdgaan is, is het niet voor de ander. Monogamie: is er een betrekkelijker woord?’’

7) Hierom huilde ik voor het laatst:
“Toen mijn vader overleed. Mijn ouders scheidden ooit. Een klassieke vechtscheiding. Ik heb mijn vader daardoor circa tien jaar niet gezien. Ik neem hem niets kwalijk. De verhoudingen met mijn moeder waren zo verhard, dat afstand nemen verstandiger was. Later in mijn leven werden we gewoon beste vrienden, gingen we samen op vakantie.’’

8) Dit is mijn grootste vijand:
“Vijandschap vind ik zielig. Vind je iemand een lul, dan ga je er minder mee om, simpel. Mensen denken altijd heel sterk over te komen, door vijanden te benoemen en ruzie te maken. Terwijl: je wordt juist kwetsbaarder. Je geeft aan: wat jij doet raakt mij erg.’’

9) Toen was ik het gelukkigst:
“Ik denk serieus nu. Getrouwd, muziek maken, goed contact met mijn kinderen. Prachtig.’’

10) Dit komt op mijn grafsteen:
“Ik twijfel tussen cremeren en begraven. Je kan ook resomeren. Oplossen in vloeistof… Dat sla ik deze keer even over. Als ik een steen krijg dan iets met levensgenieter en muzikant.”

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant