Afbeelding

Lentekriebels

Opinie

Witmarsum, 26 februari, 1986, zes uur ‘s ochtends. In dit Friese dorp belandde ik omdat er voor de krant een sfeerverslag moest komen van de Elfstedentocht. Nou ja, moest, ik had me vrijwillig opgegeven want het leek me geweldig om erbij te zijn.

Bij de toegangsdeur van een café, waar het ondanks het vroege tijdstip al druk was en de mokken snert en glaasjes Beerenburg en Jägermeister als warme broodjes over toonbank gingen, hing een barometer. Die gaf min 15 graden aan. In die dagen had niemand het over gevoelstemperatuur, het was gewoon stervenskoud. Als die er wel was geweest had het minstens als min 30 aangevoeld, dus code donkerrood. De lente, die nog gewoon op 21 maart begon, was ver weg.

Nu, 37 jaar later, is het weer eind februari. Hoewel het nog niet als zodanig aanvoelt nadert het voorjaar met rasse schreden. Hogere temperaturen (25 graden warmer dan in ‘86), meer zonlicht, getjilp van vogels, kleurrijke krokussen, ontkiemend groen op struiken en in de wei, het zijn voorbodes van wat velen als het mooiste jaargetijde zien. Door de klimaatverandering hoeven we al niet meer in de dikke winterjas te lopen.
We zijn hard op weg naar een klimaat zoals dat in Midden-Frankrijk. Over het algemeen zijn de temperaturen in streken als de Dordogne een graad of zes hoger dan hier. Als gevolg hiervan verliezen spreekwoorden als ‘Maart roert zijn staart’ en ‘April doet wat hij wil’, waarin de waarschuwing doorklinkt dat het in die maanden nog flink koud en winters kan zijn, hun kracht.

Nu weten we allemaal dat die hogere temperaturen ook een keerzijde hebben. Er komen meer stortregens, zwaardere stormen, lange droge, hete periodes met alle gevolgen van dien zoals tekort aan water en voedsel. Dit is echter niet de plek om uitvoerig te gaan somberen, dat wordt al genoeg gedaan door de (sociale) media. Nee, nu het voorjaar aan de voordeur klopt is er alle reden de naaste toekomst opgewekt en met een blij gemoed tegemoet te treden.

Veel dieren, zoals beren en egels, ontwaken uit hun winterslaap. Ook hommels en bijen worden wakker en weten de nectar te vinden. Trekvogels komen terug vanaf hun vakantieadres in het zuiden. En wat te denken van het gezang van merel? Als er iets is wat mensen met de lente associëren dan is het wel het geluid van deze zangvogel.
Je ziet niet alleen meer dieren, maar ook meer gelukkige mensen. Doordat de dagen lengen en er meer zon is, komen de lentekriebels naar boven. Dat komt door de aanmaak van serotonine en dopamine. Die stofjes zorgen voor een opgewekt en gelukkig gevoel.

Het voorjaar als krachtig geneesmiddel, als energiepil, als voorbode van nieuw leven. De grauwsluier, die ‘s winters bij menigeen als een loden deken om het lijf hangt, verdwijnt als sneeuw voor de zon als de goudgele dokter zijn vriendelijke gezicht laat zien. Voor veel mensen komt de lente als een zacht prikkelend briesje waarin zoete beloften worden gefluisterd.

Advertenties doorgeplaatst vanuit de krant